2004 - Zuidwesten & Route 66

We maken een rondje door het zuidwesten. Prachtige natuur in bijvoorbeeld Zion en Bryce, natuurlijk ook een bezoek aan Las Vegas. Bovendien rijden we een groot stuk van de geweldige Route 66.

Deze keer reizen we af naar het westen van de USA. We beginnen en eindigen in Las Vegas. We zien veel Nationale Parken met hun schitterende natuur. En een wens gaat in vervulling: we rijden een groot deel van de route 66!

Viva Las Vegas!

Dé stad die je gezien moet hebben. Die gaan we dan ook zien. Vanaf Amsterdam zijn we in 9 uur naar Minneapolis gevlogen. Daar overgestapt, en 3 uur en een kwartier later geland op het McCarran International Airport van Las Vegas.

Als we op de koffers staan te wachten horen en zien we de gokkasten al. Dat geluid zullen we de komende dagen nog wel vaker horen. Met een shuttlebus worden we vlot naar Dollar-Rent-a-Car gebracht. Waar we onze Jeep Grand Cherokee ophalen. Hij is mooi! Binnen 10 minuten rijden we naar ons hotel aan de Strip, het Excalibur. Door het casino lopen we naar de receptie om in te checken. Het is inmiddels 17.00 uur, maar onze kamer is nog niet schoongemaakt. Het is erg druk, en ze hebben ook geen andere kamer voor ons. Je zou toch denken dat ze hier in Las Vegas wel wat drukte gewend zijn. Wel mogen we onze koffers vast op de kamer neer zetten. We verkennen ondertussen het hotel en de nabije omgeving, o.a. New York New York en het MGM. Als het donker wordt is het helemaal een overweldigend gezicht. Ook binnen kijk je je ogen uit. Drie uur later en een tegoed bon voor het lopend buffet rijker, is onze kamer eindelijk klaar! Minpuntje, maar daar laten we ons niet door uit het veld slaan natuurlijk. Vanaf de 22ste verdieping genieten we nog even van het uitzicht op de Strip, maar dan vallen onze luiken toch echt dicht.

Excalibur

De volgende dag verkennen we een heel groot gedeelte van de Strip. Vooral de dansende fonteinen van het Bellagio maken veel indruk. Vanaf de Eiffeltoren zijn deze ook mooi te zien. De Eiffeltoren, half zo groot als het origineel, staat met zijn poten door het dak heen midden in het hotel Paris. 

In en om New York New York raast een achtbaan met 105 km per uur. Er voor staat een replica van het vrijheidsbeeld, maar liefst 46 meter hoog. Ook hebben ze even de Brooklyn Bridge nagebouwd.
Het Mandalay Bay heeft een eigen strand, met een “zee” met echte golven.
In het Luxor waan je je in Egypte. De gokkasten staan hier tussen de tempelzuilen.
MGM Grand heeft 5043 kamers, daarmee het grootse hotel in Las Vegas. Alleen het casino is al 16.000 m².
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Je valt hier van de ene verbazing in de andere. Las Vegas is de gekheid ten top!
Wij zijn hier in het weekend, en dan is het druk. Heel druk. De Amerikanen komen hier hun lang weekend vieren ivm Labour Day op de eerste maandag van september. Hoe druk het is merken we vooral als we in de avond over de strip lopen naar Treasure Island. Het lijkt wel of iedereen daar heen gaat. Als haringen in de bekende ton staan we dan ook naar de piratenshow te kijken.
Via roltrappen, loopbruggen en rolbanen door diverse hotels gaan we terug naar het Excalibur.

De volgende ochtend verlaten we Las Vegas, en zoeken de rust op in het Valley of Fire State Park. Dit park bestaat uit prachtige rode zandsteenformaties. Het park is het oudste State Park in Nevada (1935) en ligt zo’n 80 km buiten Las Vegas.
Het is er ongelooflijk heet en geen zuchtje wind. We genieten van de stilte en de rust.

Valley of Fire State Park

Utah en de Nationale Parken 

Daarna nemen we de snelweg naar Springdale in Utah. Dit leuke stadje ligt tegen de ingang van Zion National Park aan. We nemen onze intrek in het Canyon Ranch Motel voor twee nachten.
De gratis pendelbus naar Zion stopt voor de deur. Met die bus rijden we de volgende dag naar de ingang van het park. Daar kopen we gelijk een Nationale Park Pass voor alle Nationale Parken in de USA voor $ 50, -. Die heb je er zo uit want de meeste parken hebben een entree prijs van $ 20, – per auto. Bovendien is de pas een jaar geldig, en is eenmalig overdraagbaar aan iemand anders.

Zion Canyon is sinds 1909 een National Park. Het bestaat uit massieve, kleurrijke bergen en diepe canyons. Veel mooie flora en fauna. Maar zeker met de dieren moet je geluk hebben. Eekhoorntjes zie je altijd wel.
Het gedeelte van het park wat we vandaag bezoeken mag je niet met eigen auto in. Maar de pendelbussen rijden om de 5 á 10 minuten, dus lang wachten is er niet bij. Bijna bij elke halte stappen we uit om de schitterende omgeving te bekijken. Er zijn diverse trails te lopen, van één kilometer tot zo’n 23 kilometer. Voor ieder wat wils dus. We maken een paar mooie wandelingen in de bergen. Met zo’n 40º C en op een hoogte van ongeveer 2100 m is dat best vermoeiend! Als laatste wandeling doen we de riverwalk, daar koel je lekker van af. We waden tot onze knieën door de Virgin River, waarnaast de rotswanden wel 600 meter boven ons uitsteken. Prachtige belevenis.
Aan het eind van de middag zijn we terug bij het motel, waar we nagenieten in de zon met een drankje.

’s Avonds eten we bij de Pioneer. Leuk western restaurant, vriendelijke bediening en prima eten. Springdale is niet zo groot maar wel langgerekt. Ons motel ligt op loop afstand van de restaurantjes en leuke winkels. De meeste winkels zijn hier ook ’s avonds geopend.

Bryce Canyon National Park is het volgende nationale park dat we bezoeken. De weg van Zion naar Bryce loopt nog een heel stuk door Zion National Park. Prachtige weg door de bergen, weer heel anders dan het gedeelte waar we de dag ervoor gewandeld hebben.
We vinden een kamer voor twee nachten in het motel Purple Sage in Panguitch, ongeveer een half uur tijden van Bryce.

Bryce Canyon

De weg naar Bryce loopt door Red Canyon, daar zie je al prachtige rode rotsformaties. Dus dat belooft wat.
We worden zeker niet teleurgesteld, Bryce is geweldig mooi. Alleen jammer dat we precies vandaag regen hebben. Tussen de buien door stoppen we wel bij elk uitkijkpunt. Er zijn er ongeveer 14 waar je met eigen auto naar toe kunt rijden, verspreid aan een 29 km lange weg door het park heen. Als je liever met de shuttlebus wilt, is dat ook mogelijk.
Soms komt de zon even tussen de wolken door. Dat is wel zo mooi voor de foto’s, juist met al die verschillende kleuren in de rosten. Door het slechte weer kunnen we helaas geen wandeling maken op één van de trails. Het onweert regelmatig, dus dat is niet verantwoord.
Toch kijken we onze ogen uit. Bij Sunrise Point ben ik stil van de schoonheid van het uitgestrekte vreemde landschap. Het zijn amfitheaters met hoodoos in allerlei kleuren. Hoodoos zijn de rechtopstaande spitse rotsformaties. En dat alles gevormd in miljoenen jaren door wind, regen en ijs. Ongelooflijk!
Ondanks het slechte weer brengen we toch de hele dag in het park door. ’s Avonds eten we in Panguitch bij het Smoke Café. Leuk tentje, en heel goed eten.

500 km is de reis naar Moab, onze volgende bestemming. Onderweg zien we de prachtigste landschappen aan ons voorbijtrekken. Zo weids, zoveel kleuren, zoveel verscheidenheid in de natuur.
In Moab verblijven we 2 nachten in het Inca Motel. Leuk, netjes en vriendelijke mensen.
Moab is een gezellig drukke plaats. Je kunt hier alles huren op het gebied van outdoorsport. Op bijna elke straathoek worden wel Hummers te huur aangeboden. Maar ook gewone Jeeps, mountainbikes, rafttours, alles is mogelijk. Restaurants en (souvenir)winkels zijn hier ook voldoende.

De ingang van het Arches National Park is maar 10 minuten van ons hotel vandaan. Ook hier brengen we weer een dag door. Fantastische rotsbogen, zuilen en andere rotsformaties zijn hier te bewonderen. Vooral de bogen staan hier natuurlijk centraal, variërend van klein tot héél groot. Gelukkig hebben we hier prachtig weer, zodat de zon de bergen nog mooier laat uitkomen.
Door het hele park loopt een verharde weg zodat je met eigen vervoer bij alle uitzichtpunten kunt komen. Maar ook hebben ze hier diverse onverharde wegen, die we dan ook graag uitproberen met onze Jeep. Zo rijden we ondermeer de verlaten vallei in zodat je een machtig uitzicht hebt midden tussen de bergen. Officieel mag je met je huurauto niet op onverharde wegen rijden, je bent dan niet meer verzekerd. Dus als het op een gegeven moment te rotsachtig en te stijl wordt, keren we maar terug. Jammer, maar dat risico nemen we maar niet.
We bekijken vele Arches, waaronder het symbool van Utah, de Delicate Arch. Een sierlijk gevormde en gigantisch grote boog. Ook dit alles is weer ontstaan door erosie. Er ontstaan nog steeds nieuwe bogen, en “oude” bogen zullen uiteindelijk in storten. Geweldig natuurverschijnsel.

canyon-overlook-moab

Colorado

Moab is de enige behoorlijke plaats in de omgeving, dus eerst tanken en water inslaan voor dat we verder reizen.
We gaan op weg naar Cortez in Colorado. Omdat we graag Monument Valley willen zien rijden we wel een stukje om. Een paar kilometer voor Monument Valley komen we langs Valley of the Gods. Als we even langs de kant van de weg stoppen, horen we van een Amerikaan dat het zeer de moeite waard is om deze plek te bezoeken. We luisteren naar de vriendelijke man en nemen deze omweg. En hij heeft gelijk. Valley of the Gods is een soort Monument Valley in het klein. Er loopt een onverharde, 27 km lange, weg doorheen. Gelukkig hebben we een 4×4 auto, met een gewone auto ben je minder blij op deze weg, denk ik.
We hebben het gevoel de enige te zijn hier, komen maar 2 andere auto’s tegen. Verder is het heel verlaten. Prachtig mooi. Rode tafelbergen en andere schitterende rotsen is het enige wat je ziet. Na die 27 km komen we heel ergens anders de vallei weer uit dan waar we erin gegaan zijn. Er staan geen wegwijzers. Gelukkig is de auto voorzien van een kompas en zo vinden we snel weer de juiste weg.
Vanaf de snelweg (US 163) is Monument Valley prima te zien. Omdat wij de tijd hebben genomen in The Valley of the Gods, besluiten we het park niet in te gaan. Je schijnt alleen door de Navajo’s georganiseerde tours te kunnen maken. Dat gaat nu te veel tijd kosten voor ons. De grootse en beroemdste tafelbergen, Left Mitten, Right Mitten en Merrick Butte zijn uitstekend te bezichtigen vanaf meerdere stopplaatsen langs de weg. Sinds 1930 vormen deze bergen vaak de achtergrond voor films en reclames. 

We vervolgen, na een picknick met tuna-sandwiches, onze weg naar Cortez. We komen langs Four Corners, waar we een stop maken. Dit is de enige plek in de USA waar 4 staten bij elkaar komen; Utah, Colorado, New Mexico en Arizona.
Wij rijden Colorado binnen en een half uur later zijn we in Cortez. Waarom willen we nu eigenlijk zo graag naar Cortez? De plaats zelf is niet bijzonder.
Maar het ligt maar 8 mile van het Mesa Verde National Park. Daarom dus.
Het Nationale Park is veel groter dan we dachten en we gaan ook flink de bergen in. Het hoogste punt wat we bereiken is hier 2500 meter. Maar dat is niet het enige wat het hier zo bijzonder maakt. Nee, dat zijn de nederzettingen in de rotswanden. Ongeveer 1400 jaar geleden woonden hier voor het eerst mensen. Dat heeft zo’n 700 jaar geduurd. In de laatste jaren bouwden de Anasazi’s stenen woningen in de beschutte holen van de overhangende zandstenen wanden. Het bewonen van deze rotswoningen heeft echter korter dan een eeuw geduurd. De Anasazi’s hebben rond 1300 de streek voorgoed verlaten. Dit vertrek is vrij plotseling geweest, werktuigen en potten zijn achtergelaten. Nog altijd is niet duidelijk waarom de woningen verlaten zijn. Grote, aanhoudende droogte in het gebied zouden een reden kunnen zijn.
In 1888 zijn deze woningen ontdekt. Pas in 1906 is dit gebied tot National Park uitgeroepen. Zeer indrukwekkend om te zien.

Mesa Verde

Witte duinen 

Na een uitgebreid bezoek aan Mesa Verde gaan we verder naar Albuquerque. Onderweg stoppen we even in Durango, leuk plaatsje in Colorado.
Eenmaal in Albuquerque zoeken we Route 66 op. Die loopt dwars door de plaats heen, en heet hier Central Avenue.
We vinden de 66 Diner, waar we vanavond eten, en vlak in de buurt een kamer in het Encono Lodge.
Maar voordat we verder gaan op de Route 66, zakken we eerst nog af naar Las Cruces. Deze plaats ligt ongeveer 40 km van het White Sands National Monument. Middenin het dorre woestijnlandschap doemen opeens de witte zandheuvels op. Na een kijkje in het visitors center, rijden we het gebied in. Deze spierwitte duinen bestaan eigenlijk niet uit zand, maar uit heel fijn gips. Het is het grootste gipsduinenveld van de wereld en beslaat zo’n 800 km².
Een 13 km lange weg, de Dunes Drive, laat je de mooiste plekjes zien. Er zijn duinen waar Yucca’s op groeien, dat is de enige plant die hier kan overleven. Maar op de meeste duinen groeit niets. We lopen bij twee duinen naar boven, voor een prachtig uitzicht op de witte vlaktes. Bloedheet is het, en het wit doet zeer aan je ogen zodra je je zonnebril afzet. In het weekend schijnt het hier een drukte van belang te zijn met stadsmensen die een dagje uitgaan. Vandaag, het is dinsdag, is het verlaten en hebben we het rijk alleen.

Terug in Las Cruces lijkt het ons een goed plan om “even” naar El Paso te rijden in Texas. Dat ligt hier ruim 30 km vandaan. Het blijkt een minder goed plan. We komen vlak voor El Paso in de file terecht van 5 rijen dik. Deze hele reis hebben we nog niet zoveel drukte gezien op de snelweg.
In El Paso is het al even druk, het is een uurtje of 5 en duidelijk spitsuur. Na wat rondjes gereden te hebben, en geen flauw idee te hebben van waar we heen moeten, zoeken we de snelweg weer op en gaan terug naar Las Cruces. Dat was Texas! We bewaren Texas wel voor volgend jaar.

White Sands

en dan… Route 66! 

De volgende dag keren we terug naar Albuquerque, en gaan we eigenlijk een beetje aan het tweede deel van deze reis beginnen: Route 66!

De Route 66 loopt van Chicago tot aan Los Angeles. Is 2448 mijl lang (3916 km) en loopt door acht staten. Het is de ‘Main Street of America’, de ‘Mother Road’, een mythe, een beroemdheid. Geen enkele andere weg spreekt zo tot de verbeelding als deze legendarische weg. Motels met neonreclame, oude auto’s, lange stille rijbanen en eindeloze vlakten. In de jaren dertig trokken duizenden Amerikanen over de Route 66 naar Californië, het beloofde land. Voor het drukke verkeer van vandaag is hij allang vervangen door snelle en brede highways. Maar de legende blijft en er zijn nog genoeg mensen die de “66” in leven houden. Zo ook door Bobby Troup met zijn song: “Get your kicks on Route 66”. Dus dat gaan we doen, weliswaar rijden wij niet de gehele route, maar een aardig stuk ervan. Wij rijden de Route 66 van Albuquerque tot aan Barstow.

Route-66

In Albuquerque bezoeken we eerst nog de Old Town, die ook aan de Route 66 ligt. Een hele leuke wijk in de stad met  veel winkeltjes in Adobe stijl. Je kunt je hier al helemaal scheel kopen aan Route 66 souvenirs.
En dan gaan we toch echt de Route 66 zelf op. Hij loopt dwars door de stad dus daar pikken wij hem dan ook op. Als we Albuquerque uitrijden kunnen we kiezen voor de US 40 of Route 66. Die keus is voor ons niet moeilijk! Al snel zijn we bijna de enige op de weg, met het drukke verkeer op de 40 naast ons. Natuurlijk mag je op de snelweg harder rijden, dus als je op wilt schieten is de 66 niet de meest ideale weg. Maar wij hebben geen haast en willen er zoveel mogelijk van zien. We rijden vandaag tot aan Gallup en zien al diverse verlaten en vervallen motels en tankstations. Ongelooflijk dat het er nog zo bij staat. Ook zien we oude verroeste auto’s en autokerkhoven. Soms moeten we weer even de US 40 op omdat de 66 dan echt een “dead end” heeft. De oude weg staat niet altijd even goed aangegeven, dus het is opletten en zoeken. Met de kaart en een goede reisgids erbij komen we een heel eind. 

In Gallup vinden we een motel aan de strip. Motel El Capitan, ziet er van buiten leuker uit dan van binnen. Maar ja we hebben dan ook niet de moeite genomen om eerst even de kamer te bekijken, moet je eigenlijk altijd wel even doen natuurlijk. Maar het is schoon en dat is wel het belangrijkste. Bovendien is het maar 40 dollar per nacht, dus kan je ook niet veel verwachten. Uiteindelijk is het de goedkoopste overnachting van de reis. We eten lekker bij een restaurant in de buurt, en doen nog wat inkopen in de supermarkt om onze koelbox weer aan te vullen. De meeste overige winkels zijn hier verder gesloten in de avond.

De volgende dag gaan we al weer vroeg op pad om de Route 66 te vervolgen. We gaan op weg naar Holbrook. Op dit traject is de 66 helaas grotendeels verdwenen, dus ben je genoodzaakt de 40 te nemen.
Wel komen we langs het Petrified Forest NP, waar we natuurlijk een kijkje nemen. Het blijkt een erg uitgestrekt park te zijn, eigenlijk kom je pas na 20 km bij de versteende bomen. Maar zeker de moeite waard. De bomen, die nu allemaal in brokstukken op de grond liggen, zijn zo’n 225 miljoen jaar geleden bedolven onder woestijnzand en vulkaanas. Hierdoor kwam er geen lucht meer bij de bomen. Later, ongeveer 200 miljoen jaar later, is dit gebied door aardverschuivingen omhoog gekomen tot boven zeeniveau. Toen waren de boomstammen inmiddels versteend. In 1906 hebben ze er toen een beschermd gebied van gemaakt, omdat er te veel stenen meegenomen werden. Ook nu is het ten strengste verboden ook maar het kleinste stukje mee te nemen.
Het is bijzonder om te zien. De rest van dit Nationale Park noemt men de Painted Desert. Is voorspelbaar; woestijn gebied met de prachtigste kleuren.

Wigwam Holbrook

Wigwam Motel in Holbrook, Arizona 

We vervolgen onze weg naar Holbrook. Passeren de staatsgrens, en zitten nu in Arizona. Uitgezonderd van Las Vegas hebben wij nergens hotels besproken langs onze route. Behalve dan hier in Holbrook, want we willen overnachten in hét Wigwam Motel. Bij aankomst blijkt dat het heel verstandig dat we dit wel geboekt hebben. Er staan al mensen voor de deur te wachten. Om 15.00 uur gaat de receptie pas open en wij zijn er al om 14.00 uur. Komt ook omdat Arizona niet mee doet aan de zomertijd, dus is het opeens weer een uur vroeger. 

We halen lekker wat te drinken bij de Safeway aan de overkant, en bekijken ondertussen de Oldtimers. Voor bijna elke wigwam staat er wel één. Prachtig gezicht. Om 15.00 uur precies komt de eigenaar aan lopen. Mister Lewis kijkt niet zo blij als hij al 8 personen voor zijn deur ziet staan. Hij roept gelijk of iedereen wel gereserveerd heeft. Gelukkig hebben wij dat dus. Eén stel heeft dat echter niet, en kan dus weer teleurgesteld vertrekken. Hij heeft echt niets meer vrij. Het zijn maar 17 Wigwams.
Mister John Lewis verteld dat zijn vader er beter meer had kunnen bouwen, want bijna elke avond zitten alle 17 kamers vol. Al sinds de jaren veertig.
We krijgen de sleutel van wigwam nummer 2, hij staat erop dat we eerst gaan kijken voordat we betalen. Oké, dan doen we dat, maar we weten toch wel dat we in dit historische motel willen slapen.
Als we terug komen in het kantoor is het wat rustiger en spreken nog wat met John Lewis. Het is een aardige, vreemde man. Zo heeft hij het over de wigwam, dan opeens over de oorlog in Irak, dan de storm Ivan in Florida, we kunnen het bijna niet bijhouden.
Ook zegt hij opeens; “willen jullie de museumkamer van mijn vader zien?” Natuurlijk willen wij dat!  “die deur door, rechts zit de licht schakelaar, jullie vinden het verder wel”. En hij gaat weer andere mensen helpen die net binnenkomen.
Zo staan we opeens in een keurige grote kamer met een verzameling spullen van Chester E. Lewis. Het betreft allemaal verschillende artikelen uit de omgeving. Speerpunten van Indianen, geweren, versteende bomen, roadsigns van de Route 66, foto’s en ga zo maar door.
Allemaal even keurig op planken en in vitrines. Als we alles bekeken hebben doen we het licht weer uit en de deur achter ons dicht. Erg leuk dat we hier even een kijkje mochten nemen.

Dan onze wigwam, ja dat is gewoon geweldig! Een bed (smal voor Amerikaanse begrippen) een stoel, twee tafeltjes en dat was het. Alles van hout. Heel simpel, maar het straalt absoluut sfeer uit. Kleine badkamer, met de douche verstopt achter de deur. Alles is even schoon en fris.
Natuurlijk maken we foto’s, en Jos mailt ze via de laptop direct weer door naar familie en vrienden in Nederland. Er zijn ook veel mensen die even een stop maken bij de wigwams om alleen maar even een kijkje te nemen en dan gaan ze weer door.

We slapen prima in de wigwam! ’s Ochtends halen we een ontbijtje bij de Safeway en ijs voor in de koelbox. Want dat is niet verkrijgbaar bij het Wigwam motel. Dan gaan we weer op pad.

In dit deel zijn nog maar een paar stukken berijdbaar van de 66, het meeste moet over de I40. Natuurlijk stoppen we bij de Jack Rabbit Trading Post.
En dan “standing on the corner in Winslow, Arizona”. Uit de bekende song van de Eagles. 
De corner
 wordt zeer netje onderhouden, ziet er goed uit. Uiteraard zitten op de andere corners souvenir winkels, waar we ook een kijkje nemen. Winslow is een leuk klein plaatsje, waar de Route 66 een loop door heen maakt. Dus de Oost en West rijbanen liggen uit elkaar. 

Voordat we naar Meteor Crater gaan, nemen we nog een kijkje bij de Twin Arrows.
Meteor Crater is een gigantisch gat in de aarde. Miljoenen jaren geleden is hier een meteoor ingeslagen. Apart om te zien. Wel jammer dat het 12 dollar kost om te bekijken. Dat valt ons een beetje tegen. Het museum wat er bij zit, is wel interessant.

Twin Arrows

De volgende stop aan de Route 66 is Flagstaff. Hier nemen we onze intrek in de Travellodge. Flagstaff is best nog een grote stad. Voor het eerst deze reis gaan we naar een grote Mall. Ook wel weer eens leuk. Als het eenmaal donker is rijden we nog wat rond om mooie neon’s te bekijken en te fotograferen.

Als we Flagstaff de volgende dag verlaten nemen we, waarschijnlijk, een verkeerde afslag voor de 66. We denken dat de weg onverhard doorloopt, en aangezien we toch een Jeep hebben nemen we gewoon de onverharde weg. Na een tiental kilometers vragen we ons af of we wel goed zitten. Maar het is een prachtige weg door de bossen, dus besluiten we gewoon maar door te rijden. Het kompas in de auto geeft aan dat we nog wel naar het westen rijden, dus dat zit wel goed.
Uiteindelijk komen we uit op de 98, en weer een beetje in de bewoonde wereld.
Deze weg loopt van de Grand Canyon naar Williams zie ik op de kaart, dus we zitten goed.
Zodra we Williams binnen rijden zie je dat dit een geweldig leuk stadje is. We nemen een kamer voor 2 nachten in de Econo Lodge. We zijn er al om 12.00 uur, dus tijd genoeg om alles te verkennen. Er is toevallig een festival van Corvette’s dit weekend. In de hoofdstraat (de Route 66) staan wel 50 glimmende Corvette’s opgesteld. Prachtig gezicht. 

We lopen de hele straat uit. Hangt een hele goede sfeer hier. Mooi onderhouden gebouwen, vriendelijke mensen, leuke winkels. Helaas gaat het in de middag regenen. Voor ons niet leuk, maar ook zeker niet voor de eigenaren van de Corvette’s. In de namiddag gaan we naar het station waar we kaartjes kopen voor de trein morgen naar de Grand Canyon. We hebben nog getwijfeld of we een helikoptervlucht boven de Grand Canyon zouden doen, of met de trein. Het nog slechtere weer wat op komst is, maakt de beslissing makkelijk. Het wordt dus de trein. Er valt zelfs een flinke hagelbui vanmiddag.
We eten ’s avonds in het Cruiser’s Cafe 66. Leuk restaurant in 66 sfeer en goed eten. Voor het eerst heb ik een vest aan in de avond, het is behoorlijk fris en er staat een stevige wind. We zitten hier op een hoogte van 2200 meter, dus dat zal ook meespelen.

’s Nachts een paar keer wakker geworden van het slechte weer, onweer, hagel, regen, van alles. Als we om 9.00 uur vertrekken naar het station is het koud en waait het heel hard. Bovendien regent het ook nog steeds. De plaatselijke bevolking is helemaal van slag door het slechte weer, dit hebben ze in geen tijden meegemaakt.

Grand Canyon 

Op het station staat de historische Grand Canyon Railway al klaar voor vertrek. Wij hebben een dieseltrein. De stoomtrein rijdt alleen in de zomer, van Memorial Day tot aan Labor Day. De eerste rit naar de Grand Canyon maakte deze trein in 1901. In 1968 was de snelweg vanuit Williams klaar naar de Grand Canyon, met gevolg dat de trein niet meer rendabel was. En stopte dus met rijden.
In 1989 zijn de treinen en de rails gerestaureerd en in ere hersteld. Vanaf dat jaar rijdt de trein, vooral voor toeristen, weer elke dag een retour rit van Williams naar de Grand Canyon.

Om 10.00 uur vertrekt onze trein in de stromende regen. Na ongeveer een half uur rijden gaat de trein steeds langzamer en dan stopt hij zelfs. Ook de crew weet niet wat er aan de hand is. Normaal rijdt de trein in één stuk door naar de Grand Canyon. Het landschap bestaat hier uit een soort woestijn, wat normaal kurk droog is. Maar vandaag staat het helemaal blank. Na een kwartier stil gestaan te hebben gaan we weer rijden. Er bleek iets op de rails te liggen, waarschijnlijk door de storm van vannacht. Gelukkig is het inmiddels gestopt met regenen. In verte zien we zelfs blauwe lucht. Maar na een kwartier staan we opnieuw stil. Onze “host” snapt er nu helemaal niets meer van, hij heeft ook nog nooit zoveel water langs de rails gezien. Sterker nog de hele rails blijkt onder water te staan! Stapvoets gaat de trein verder, wij zien links en rechts alleen maar water. Zo’n 30 meter langs de rails loopt een onverharde weg, die totaal onder water staat, en er nu uitziet als een snel stromende rivier. Uiteindelijk zijn we voorbij het water en kunnen we op volle snelheid verder. In de trein worden we bezig gehouden door een cowboy met een gitaar. Om 13.15 uur komen we aan bij de Grand Canyon. Een uur later dan de bedoeling was. Gelukkig wordt ook de terugreis met een uur uitgesteld, zodat we toch nog voldoende tijd hebben om rond te kijken.
We nemen de shuttle bus en stappen bij diverse uitkijkpunten uit. Dit werkt echt ideaal, om de tien minuten komt er wel weer een volgende bus. Het uitzicht is zeer indrukwekkend. Zo gigantisch groot. Zo weids. Weer heel anders dan wat we al gezien hebben. Vanaf boven lijkt die Colorado rivier zo klein, ongelooflijk.
Om 16.30 zitten we weer in de trein. De problemen met het water zijn inmiddels opgelost volgens de machinist. Dus kunnen we in een keer doorrijden, behalve… als we worden overvallen!! Cowboys met getrokken pistolen rijden op paarden langs de trein, komen de trein in, eisen sieraden en geld! Gelukkig komt de sheriff er achteraan die ze wel een lesje zal leren! Leuke show voor de afwisseling, lekker Amerikaans ook.
Als we aankomen in Williams is het al donker. We nemen in het motel even een neut uit de koelbox en gaan dan eten bij Rosie’s Diner. Niet zo mooi als in Albuquerque, maar toch gezellig.
Ook hier komen we weer aan de praat met Amerikanen die ook op reis zijn, gisteren in de winkels was dit ook al, en in de trein vandaag ook. Hele vriendelijke mensen, die allemaal willen weten waar je vandaan komt. Zeker de wat oudere mensen zijn daar erg in geïnteresseerd en vragen zich af wat we nou in godsnaam in Amerika komen zoeken terwijl Europa zoveel historie heeft.

Angel Delgadillo

Angel Delgadillo, Seligman 

We laten Williams achter ons en gaan weer verder. We zijn nog voor de middag in Seligman. Eén van de beroemdste plaatsen aan de Route 66 denk ik. De familie Delgadillo doet er alles aan om de Route 66 gedachte in stand te houden. Dat lukt ze aardig! Angel Delgadillo runt met zijn vrouw een souvenir winkel. Vroeger was hij kapper, hoewel zijn kappersstoel er nog staat oefent hij het beroep niet meer uit. Hij is dan ook al ver in de tachtig.
Maar als Jos vraagt of hij met hem op de foto mag wordt hij direct uitgenodigd om in de stoel plaats te nemen. Hij laat kranten zien uit Nederland die over hem hebben geschreven en verteld dat Yorin Travel hier ook is geweest. Leuke man, maakt met iedereen een praatje. Echt een legende van de 66!
Natuurlijk gaan we wat te drinken halen bij zijn neef in de Snow Cap-in. Deze plek werd gerund door de broer van Angel, maar die is in juni 2004 overleden. Zijn zoon heeft het nu overgenomen. Het is er een groot rariteitenkabinet omheen. We hebben het er helemaal naar ons zin!

Seligman is niet groot en om 12.00 uur rijden we dan ook alweer verder. We vervolgen de 66 en komen bij Hackberry. Weer zo’n rariteiten toestand. Een general store in het midden van niks, waar ze van alles en nog wat verkopen. Er om heen een soort opluchtmuseum van oude auto’s, wieldoppen, verkeersborden, benzinepompen en ga zo maar door. We kijken ons ogen uit. Aan de andere kant van de weg ligt het dorpje Hackberry, we rijden er even in. Hoewel er eigenlijk geen echte weg meer naar toe loopt. Het dorpje is nu een soort spookstadje, er schijnen nog een paar mensen te wonen, maar wij hebben ze niet gezien. Er staan een paar huizen maar het is er totaal verlaten.

Op naar Kingman dan maar. Het laatste uur rijden we alleen maar door woestijn gebied. In de namiddag komen we aan en nemen een kamer in de Silver Queen Inn. Direct er naast ligt een Denny’s, dus daar eten we ook maar gelijk. Kingman is de grootste stad die wij aan doen langs de Route 66. Met erg veel industrie, dus heel spannend vinden wij het niet.

Om 9.00 uur de volgende dag gaan we weer op pad. We kunnen de 66 vandaag helemaal volgen tot Barstow waar we willen overnachten.

The Long and Winding Road Route 66

Onderweg weer een aantal verlaten en vervallen motels gezien. Echter niet zoveel als in het begin. De weg is prachtig! Dwars door de bergen, hoop bochtenwerk. Jos heeft het helemaal naar zijn zin in de Jeep. Vroeger moet deze weg een ramp geweest zijn voor de auto’s van toen. Hier en daar liggen dan ook wat wrakken beneden in de afgrond.
We komen door het kleine plaatsje Oatman, een bezoekje zeker waard. Het is een western stadje. Erg toeristisch, maar toch helemaal leuk! Op de veranda van één van de winkels schrik ik me 66 slagen in de rondte. Er staat een ezel, waarvan ik even denk dat hij opgezet is, maar opeens gaat hij lopen! Dat had ik even niet verwacht…  Verderop in de straat lopen nog veel meer ezels, echt grappig om te zien. Ze lopen bijna de winkels binnen, maar worden uiteraard niet toegelaten.
We vallen met onze neus in de boter want er begint net een gunfight show. Binnen een kwartier liggen er 4 “dode” cowboys op de grond en heeft de sheriff (uiteraard) gewonnen. Erg komisch. Hoort er bij.

Eenmaal in California laten we de bergen achter ons, en rijden we door de woestijn. Hier zien we voor het eerst regelmatig het 66 logo op de weg. Blijkbaar doen de andere staten daar niet aan. Terwijl het toch juist zo mooi is om te zien.
Het laatste stuk naar Barstow is lang en recht, soms een beetje saai. Hoewel de woestijn prachtig is om te zien. We komen nog langs Bagdad café en om 17.00 uur zijn we dan toch in Barstow. In 1886 genoemd naar de directeur van de Santa Fe Railroad, William Barstow Strong. Nog steeds is Barstow een knooppunt voor de spoorwegen, maar tegenwoordig ook voor diverse highways.
We vinden snel een slaapplaats bij de Econo Lodge, waar ik ook even de was kan doen voor 3 kwartjes. 

’s Ochtend weer vroeg op pad, want we willen eerst even naar het Route 66 museum. Helaas, dat gaat pas om 11.00 uur open. Dan zouden we nog ruim 2 uur moeten wachten. Dat vinden we te lang, dus gaan we verder. De eerste tegenvaller van vandaag. Het blijkt niet de enige. 

We verlaten hier de ‘Main Street of America’. We hebben er ontzettend van genoten, alsof we terug in de tijd hebben gereden.

route66

Death Valley? 

Omdat we nu vroeg zijn, besluiten we via Death Valley te rijden, daar een motel te zoeken en dan morgen door naar Las Vegas. Maar een paar kilometer voor Death Valley staat dat de weg er naar toe afgesloten is. Eigenwijs (en Nederlands) als we zijn rijden we toch door. Die paar kilometers kunnen er ook nog wel bij, we zijn tenslotte al een paar uur onderweg. Bij de afslag aangekomen is het inderdaad echt waar. Een grote boomstam is neergelegd om de weg te versperren, we kunnen het Nationale Park niet in. We zijn niet de enige die er verbouwereerd bij staan. Waarom we er niet in mogen wordt ons niet duidelijk. Er zit niets anders op dan dezelfde weg weer terug te nemen. Dat is zeker een uur rijden voordat je weer de snelweg kunt nemen richting Las Vegas. Op de heenweg vonden we het een mooie route, waar we ook nog een coyote zien, maar terug denk je daar toch anders over.
(Pas als we terug zijn in Nederland lezen we op internet dat er diverse wegen zijn weggespoeld in Death Valley tijdens overstromingen in augustus. En dat het park dus tijdelijk gesloten is).

We hebben dus alle tijd om de kaart te bekijken en om te besluiten waar we dan gaan overnachten. We willen morgen ook naar de Hoover Dam, en daar ligt vlakbij het plaatsje Boulder City. Dus daar gaan we heen!
Geen verkeerde keus, leuk plaatsje. Goede kamer in het El Rancho Motel gevonden. Lekker zwembad erbij (met érg koud water) waar we in de zon bijkomen van deze lange dag in de auto zonder eigenlijk iets gezien te hebben.

Het voordeel is dat we nu de volgende ochtend al vroeg bij de Hoover Dam zijn. Indrukwekkend bouwwerk. Gebouwd tussen 1931 en 1935 in de Colorado River. De rivier is ook de grens tussen Arizona en Nevada. De generatoren aan de ene kant van de dam voorzien dan ook Arizona van stroom en de andere kant Nevada en een stuk van Californië. We lopen en rijden over de dam, en natuurlijk gaan we er ook in en doen de tour. Goed georganiseerd, dat kunnen die Amerikanen wel. Goed beveiligt trouwens ook. Interessante informatie, en vanaf het “dakterras” heb je een prachtig uitzicht op de dam.

Hooverdam

Terug in Las Vegas

We nemen nog een kijkje bij Lake Mead, lunchen in Boulder City en rijden terug naar Las Vegas waar we 3 weken geleden begonnen zijn.
Om 15.00 komen we aan bij ons hotel, Tuscany Suite en Casino. Dit hotel hebben we wel al vanuit Nederland besproken. In Las Veags, en zeker in het weekend, is dit wel verstandig. Tuscany ligt op loopafstand van de strip, om de hoek bij Bally’s. Een prima locatie dus. Hele grote kamer, keukentje, zithoek, 2 kingsize bedden, badkamer met aparte douche en bad. Helemaal goed voor de laatste 2 nachten.

Vroeg in de avond vertrekken we met de auto naar Fremont Street. Het oude centrum van Las Vegas. Enkele jaren geleden is de straat (promenade) overdekt. Op het plafond zijn nu elke avond lichtshows te zien. Als het donder wordt begint de eerste show. Vandaag is dat om 19.30 uur. Er staan diverse tv ploegen klaar om e.e.a. te filmen. We blijken de première te hebben van een nieuwe show. We zijn er stil van, zo mooi is het. Deze ging helemaal over Amerika, veel Stars en Strips. Het is erg moeilijk onder woorden te brengen wat hier gebeurt, je moet het meemaken.
De tweede show die wij zien gaat over marsmannetjes, het verhaal vinden we minder. Maar de techniek, de effecten en de muziek zijn echt fantastisch.
We rijden weer een stuk terug op de strip en stoppen bij de Stratosphere Tower. Deze toren, die hoort bij het hotel en casino, is 350 meter hoog en geeft dus een gigantisch uitzicht over de stad. Voordat we daar van kunnen genieten staan we eerst een uur in de rij voor de ingang. Wegens de strenge beveiliging duurt het allemaal wat langer. Maar het is de moeite waard. Wij zijn er in de avond, dus in het donker, en de lichtjes zijn geweldig! Onbegrijpelijk dat deze stad midden in de woestijn ligt. Aan de temperatuur is dat trouwens wel te merken, zelfs boven op de toren om 22.00 uur is het nog warm.
Boven op het observatiedek kan je ook nog kiezen uit 3 verschillende soorten rollercoasters. Als je durft natuurlijk. Eentje gaat zelfs over de rand heen! Nou, wij wagen ons er niet aan.

Bellagio

De volgende dag wagen we wel een gokje in het casino van ons hotel, maar helaas we kunnen er geen week Amerika aan vast plakken.
Dan maar weer verder naar de strip. We bekijken alle hotels waar we 3 weken geleden niet aan toe gekomen zijn. De een is nog mooier dan de ander.
Bij de Venetian bijvoorbeeld, kan je gewoon met een gondel door het hotel heen varen. Het is echt Venetië in het klein, zo mooi nagebouwd. Je loopt binnen, maar waant je buiten op het San Marco plein.
We bekijken Caesars Palace en de Forum Shops. De Mirage, het Bellagio. We zien nog 4 fonteinen shows, dat vinden we zo mooi, kunnen we geen genoeg van krijgen!
’s avonds zijn we helemaal versleten, lijkt wel of we de 4-daagse weer hebben gelopen, zo moe zijn we. Maar ja, we moeten toch echt in gaan pakken. Morgen vliegen we weer terug naar Nederland.

Om 8.00 uur checken we uit en brengen de Jeep met tegenzin terug naar Dollar-rent-a-Car. Alles gaat heel vlot en een busje brengt ons naar het vliegveld, waar we direct in kunnen checken. Ook hier geen wachtende voor ons, dus zijn we om 8.35 al ingecheckt en al! Dat hadden we niet helemaal verwacht. Om 12.10 uur gaat het vliegtuig pas, dus we kunnen heel rustig aan doen. We kijken wat rond, ontbijten en gooien nog wat laatste dollars in een gokkast, helaas weer zonder succes.
We vertrekken mooi op tijd, en 3 uur en een kwartier later landen we weer in Minneapolis. Daar hebben we maar 3 kwartier om over te stappen, en dat is heel krap! Gelukkig worden de koffers nu wel door gelabeld, anders zou je het ook niet redden. In snelwandel tempo komen we nog net op tijd aan bij de gate. De volgende ochtend om 8.35 uur landen we op Schiphol.

We zijn weer terug van een onvergetelijke reis!
En dat Texas… ja daar willen we volgend jaar toch meer van zien. De voorbereidingen kunnen beginnen!

Stuur een bericht

Stuur een bericht met je vraag en/of opmerkingen.

visitor analysis